Description
Onderzoekers van het lectoraat Teamprofessionalisering begeleiden onder andere docententeams binnen het project “Proeftuinen Professionele Docententeam”. Het traject begint met individuele startinterviews met alle docenten van een team. Tijdens dit startinterview proberen de onderzoekers bepaalde aspecten van het collectief handelingsvermogen te meten of in kaart te brengen. Uit de verkennende interviews die voor dit onderzoek zijn uitgevoerd blijkt echter dat deze startinterviews tijdrovend en arbeidsintensief zijn en hierom dan ook niet efficiënt.Het doel van dit onderzoek is derhalve om inzicht te verkrijgen in de aspecten van het collectief handelingsvermogen dat de onderzoeksgroep meet tijdens de starinterviews. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt er advies gegeven aan de onderzoeksgroep. Dit met betrekking tot het inzetten van bestaande teamscans en/of het ontwikkelen van een eigen teamscan om het onderzoekstraject efficiënter te kunnen inrichten.
Voor dit onderzoek is er deskresearch en fieldresearch uitgevoerd. Voor de deskresearch zijn er bestaande transcripten en opnames van startinterviews geanalyseerd. Voor de fieldresearch zijn de startinterviewers en experts op het gebied van teambegeleiding geïnterviewd.
Uit dit onderzoek blijkt dat de volgende aspecten van het collectief handelingsvermogen tijdens de startinterviews gemeten worden:
• Het begrip van elke docent over het gemeenschappelijk doel.
• De mate van wederzijdse afhankelijkheid tussen docenten om het gemeenschappelijk doel te kunnen behalen.
• De invulling die elke docent geeft aan team- en studentendiversiteit.
• De omgang van het team met de aanwezige team- en studentendiversiteit.
• De functionele diversiteit binnen het docententeamteam.
• Onderlinge relatie tussen docenten.
• De fase waarin het team zich bevindt in de teamontwikkelingsfase.
• De mate waarin de organisatiestructuur distributieve besluitvorming weerspiegelt.
• De machtsverhouding tussen het team en de leidinggevende.
• Het gevoel van zeggenschap die docenten ervaren.
• De aanwezigheid van een professionele dialoog tussen docenten.
Omdat de richting van de vragen die gesteld worden tijdens de startinterviews gebaseerd zijn op de antwoorden van elke docent individueel, kan de mate in hoeverre er wordt ingegaan op bepaalde aspecten per startinterview verschillen.
De onderzoeksgroep wordt geadviseerd om eerst eenduidigheid te creëren over welke aspecten gemeten dienen te worden in elk interview. Het blijkt namelijk uit het onderzoek dat er niet altijd dezelfde aspecten worden gemeten in elk startinterview. Daarnaast wordt er geadviseerd om een teamscan enkel in te zetten ter ondersteuning van de startinterviews en niet ter vervanging. Een teamscan is namelijk slechts een hulpmiddel om te reflecteren op de samenwerking en deze geeft geen objectieve weergave van de samenwerking. Door de resultaten die voortvloeien uit een teamscan kan er wel een indicatie gegeven worden waar een team meer aandacht aan zou kunnen besteden. Op basis van de resultaten van een teamscan kan de onderzoeksgroep daarom de startinterviews gerichter opstellen. Met de resultaten kunnen ze namelijk inzicht krijgen in welke aspecten een team niet heel goed presteert. De implementatie van dit advies leidt tot een verandering in de werkwijze van de onderzoeksgroep. Omdat er een teamscan wordt ingezet, zal de onderzoeksgroep namelijk meer activiteiten doorlopen om te kunnen beginnen met de startinterviews. Door tevens een teamscan in te zetten, hoeven niet alle aspecten tijdens de interviews gemeten te worden. Als gevolg daarvan kunnen de startinterviews worden ingekort. Oftewel, tijdwinst voor de onderzoekers.
Period | 1 Feb 2020 → 1 Jul 2020 |
---|