Abstract
Hogescholen zijn zich aan het ontwikkelen tot kenniscentra waar door lectoren wetenschappelijk
praktijkgericht onderzoek wordt uitgevoerd. Achtergrond daarvan is dat
hogescholen bij uitstek instellingen zijn waar de wisselwerking tussen onderwijs, praktijk
en praktijkonderzoek vorm kan krijgen. In dat kader staat in toenemende mate ook het
doen van onderzoek door studenten in de belangstelling en wordt steeds kritischer
gekeken naar de kwaliteit van afstudeerscripties. Dit roept de vraag op wat precies de
zin en functie is van het doen van praktijkgericht onderzoek door studenten binnen de
educatieve hbo-opleidingen. Waarom is het van belang dat studenten in hun opleiding
onderzoek doen? En waarin dienen zij zich dan te bekwamen en op welke wijze moet
dit plaatsvinden? In dit artikel bespreken wij de visie van de educatieve opleidingen van
de Hogeschool van Amsterdam op het doen van praktijkgericht onderzoek volgens de
methodologie van de interventiecyclus. Daarbij maken wij onderscheid tussen het hbo
bachelor- en masterniveau. We gaan in op de concretisering van een onderzoekende
houding bij studenten en formuleren instrumentele onderzoekscompetenties die relevant
zijn voor de toekomstige beroepspraktijk. Uitgangspunt daarbij is het continuüm van
reflectieve professional en onderzoekende professional naar de professional als
onderzoeker.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 47-60 |
Journal | Tijdschrift voor Lerarenopleiders |
Volume | 35 |
Issue number | 3 |
Publication status | Published - 2014 |