TY - BOOK
T1 - · [Review of: M. Black, Staley, D.J. (2007). A heuristic for visual thinking in history. International Journal of Social Education 22. pp. 24-42]
AU - Muller, Carlos Garcia
PY - 2012
Y1 - 2012
N2 - Historici denken traditioneel gezien in woorden. Daarbij zijn teksten als ‘primaire bronnen’ favoriet. Sterker nog, na een onderzoek vinden ze alleen het gene wat geschreven is belangrijk. Deze vorm van representatie (boeken en artikelen) is bij historici het meest geliefd. Zelfs bij presentaties zijn historici geneigd hun werk voor te lezen. Pas de afgelopen 20 jaar nemen historici de film als een representatievorm van de geschiedenis serieus. Toch meer in de vorm van studie en kritiek naar films door anderen gemaakt. Films worden niet vaak gekozen door historici om het verleden weer te geven. Het beeld van de historicus is dat van een schrijver. Hier kunnen we een tweedeling in maken, namelijk de literaire schrijver voor het grote publiek en de historicus met een wetenschappelijke en analytische stijl van schrijven. Staley geeft aan dat deze houding effecten heeft op de wijze waarop wij geschiedenis doorgeven aan onze studenten / leerlingen. Bij het toetsen worden vaak geschreven papers en essays gevraagd, daarnaast worden natuurlijk de tentamens afgenomen. De studenten leren te denken in zinnen, paragrafen en narratieve opstellen. De historici zitten in een tekstuele cultuur en dat in een tijd waarin multimedia zijn hoogtij viert. Staley heeft in het kader van zijn onderzoeken al vele geschiedenisdocenten gesproken. Wat hem opviel was dat een groot aantal docenten hun vraagtekens bij de kwaliteit van de multimediaprojecten plaatsten. In de praktijk betekende dit dat veel docenten multimedia liever achterwege hielden, vanwege de vorm en inhoud die in hun belevingswereld niet aansloot bij de academische cultuur.
AB - Historici denken traditioneel gezien in woorden. Daarbij zijn teksten als ‘primaire bronnen’ favoriet. Sterker nog, na een onderzoek vinden ze alleen het gene wat geschreven is belangrijk. Deze vorm van representatie (boeken en artikelen) is bij historici het meest geliefd. Zelfs bij presentaties zijn historici geneigd hun werk voor te lezen. Pas de afgelopen 20 jaar nemen historici de film als een representatievorm van de geschiedenis serieus. Toch meer in de vorm van studie en kritiek naar films door anderen gemaakt. Films worden niet vaak gekozen door historici om het verleden weer te geven. Het beeld van de historicus is dat van een schrijver. Hier kunnen we een tweedeling in maken, namelijk de literaire schrijver voor het grote publiek en de historicus met een wetenschappelijke en analytische stijl van schrijven. Staley geeft aan dat deze houding effecten heeft op de wijze waarop wij geschiedenis doorgeven aan onze studenten / leerlingen. Bij het toetsen worden vaak geschreven papers en essays gevraagd, daarnaast worden natuurlijk de tentamens afgenomen. De studenten leren te denken in zinnen, paragrafen en narratieve opstellen. De historici zitten in een tekstuele cultuur en dat in een tijd waarin multimedia zijn hoogtij viert. Staley heeft in het kader van zijn onderzoeken al vele geschiedenisdocenten gesproken. Wat hem opviel was dat een groot aantal docenten hun vraagtekens bij de kwaliteit van de multimediaprojecten plaatsten. In de praktijk betekende dit dat veel docenten multimedia liever achterwege hielden, vanwege de vorm en inhoud die in hun belevingswereld niet aansloot bij de academische cultuur.
KW - onderzoek
KW - geschiedenis
KW - recensies
M3 - Report
BT - · [Review of: M. Black, Staley, D.J. (2007). A heuristic for visual thinking in history. International Journal of Social Education 22. pp. 24-42]
PB - Hogeschool van Amsterdam, Onderwijs en Opvoeding
CY - Amsterdam
ER -